K20 verveelt nooit. De teksten van de audiogids zijn vaak drie zinnen te lang – maar niet langdradig. Dat scheelt. Ondanks de grote wetenschappelijke sérieux voelen de expo’s vaak fris en licht aan. Speels zoals Wael Shawky en Alexander Calder vorig jaar. En nu weer met ‘Miró – Malerei als Poesie’. Schilderkunst als poëzie.
Want de Catalaanse schilder Miró had iets met literatuur. Daar zat de vriendschap met zijn dadaïstische vriendjes André Breton, Max Jacob, Robert Desnos en andere kornuiten voor iets tussen. Hoogtepunt van de expo zijn de grootbladige kunstboeken die hij ontwierp voor o.a. Tristan Tzara en Paul Eluard. Raar hoe groots minimalisme kan zijn. Ook verrassend is zijn later werk, duidelijk beïnvloed door Jackson Pollock. Hoe zou Miró verder zijn geëvolueerd mocht hij nog ouder zijn geworden?
Draaiende penissen op een stokje
Zo goed zijn de expo’s in K20, zo slecht zijn ze in de Kunsthalle recht tegenover het museum. Die moeten het vaak hebben van veelal expliciete, shockerende video’s en installaties. Helaas geen uitzondering deze keer. Draaiende penissen op een stokje, uitgescheurde tetten en opeengestapelde rommel in een roze verpakking. Psychiaters kunnen hier hun tent opslaan. Grote namen wel in ‘Avatar und Atavismus’ (Louise Bourgeois, Georg Baselitz, Mike Kelley, Martin Kippenberger, Bruce Nauman, Thomas Schütte…). Maar ondanks enkele verrassende trompe-l’oeils en schizofreen werk van een outsider, weinig memorabel. Ach, wat zijn museumbezoekers toch snel verwaand.
Foto van een foto
De foto’s van Erika Kiffl zijn hooguit interessant vanuit documentair opzicht. Portretten van kunstenaars in hun eigen atelier. Zo is te zien hoe het atelier van Ai Weiwei er van binnen uit ziet. Opvallend eenvoudig eigenlijk. Al vind ik een gelijkaardige fotoreeks die een tijdje geleden in de foyer van Verbeke Foundation opgesteld stond, waarbij de kunstenaars in hun atelier en galerie hun rug toekeren naar de camera, veel interessanter.
Maar daar kwam ik niet voor. Ik kwam eigenlijk naar het Kunstpalast voor de foyer. Daar hangt het prachtige ‘Das vegetative Nervensystem’ van Gerda Steiner en Jörg Lenzlinger. Tussen de vier muren zijn tientallen draden gespannen met daaraan grote takken en bloemetjes en speelgoed, een badeend, groene en rode bladeren, een hele speelgoedwinkel. De foto die ik er twee jaar geleden van nam, hangt in het groot in mijn living. Eens kijken of ik er ander beeld uit kan halen…
Nee. Ik draai me in verschillende bochten om het kunstwerk, klauter treden op en af. En maak exact dezelfde foto.