Dat het maar snel weer nacht wordt
Zich als literaire nitwit willen meten met W.F. Hermans’ alom geprezen poolklassieker ‘Nooit meer slapen’, dat noemen wij lef hebben. Daar faliekant in mislukken, dat noemen wij pech hebben. Maar dan toch nog doorstoten tot de shortlist van de Gouden Uil, dat noemen wij… onbegrijpelijk.
‘Lange dagen’ is het debuut van de Amsterdamse psychologe Pia de Jong. Zij haalt de ingrediënten van Hermans’ succesverhaal over een expeditie naar Lapland door de blender, voegt er wat autobiografische elementen aan toe en hervertelt het verhaal vanuit het standpunt van de veertienjarige Eva.
Diens conservatief-tirannieke vader belandt in een zware midlifecrisis en beslist met zijn gezinnetje op survival te trekken door Lapland. Een ongerept natuurgebied dat niet eens in kaart is gebracht: een droom voor de gemankeerde militair die hij is. Maar voor de dromerige Eva en haar levensmoeë puberende broer Steven wordt het een verschrikkelijke nachtmerrie. Om maar te zwijgen van moeder An, een dwangmatige controlefreak wier universum zich beperkt tot haar keuken en het washok. Vaders wil is wet, dus gaat de expeditie door. En verdwalen ze uiteraard stevig, of wat had je gedacht?
Jeugdliteratuur maar niet van de bovenste plank
Vlot geschreven, korte zinnetjes, alles uiterst makkelijk leesbaar en verteld vanuit het standpunt van een bakvis. ‘Lange dagen’ hoort duidelijk thuis in de categorie jeugdliteratuur. Maar vooral niet van de bovenste plank. Bijster origineel is het verhaal immers niet, dat zou het pas zijn als de familie net níet verloren zou lopen in de Laplandse toendra. Voor de – volgens het juryrapport – ‘ondraaglijke spanning’ heeft de Jong wel enkele verrassingen in petto. Een vadsige Duitser bijvoorbeeld, die op een godverlaten camping uit het niets tevoorschijn komt en Eva probeert aan te randen. Of een stormloop van een kudde rendieren die het gezinnetje bijna letterlijk naar het pierenland trappen. Lapland is tricky.
Toegegeven, de Jong is een goed observator die de kleine kantjes van de mens en gezinsrelaties nauwkeurig heeft bestudeerd. Dat pleit voor haar beroep als psychologe. De expeditie van een onder de knoet gehouden dochter uit een habitat vol orde, structuur en controle naar een onbekende wereld vol verrassingen is dus een langgerekte metafoor voor een meisje op weg naar volwassenheid. Maar hoe goed bedoeld ook, die geschetste ‘wereld die ijzingwekkend authentiek aandoet’, doet ons slechts ijzingwekkend weinig aan.
Banale dagboekzinnen
Misschien is het vooral de kinderlijke stijl waar we ons zo aan ergeren. Van een Gouden Uil-kandidaat verwacht je op zijn minst een geraffineerde, spitsvondige en creatieve stijl. Niet hier helaas. Om de begin- en eindzin te verklappen: ‘De winter waarin ik veertien werd veranderde onze speelkamer langzaamaan in een kapiteinshut.’ ‘Over een paar dagen zou het nieuwe schooljaar beginnen.’ Dat soort banale dagboekzinnen krijg je, drieëntwintig hoofdstukken lang. Als ze dan eens de stilistische toer wil opgaan, zit het er weer té vingerdik op en lezen we overijverige vergelijkingen die schril afsteken tegen de rest van het boek.
Nee, ons ding is het niet. ‘Lange dagen’ is een verrassend matig boek om de Gouden Uil in de wacht te slepen. Leuk geprobeerd misschien, maar onze zegen krijgt het niet. Gelukkig maar dat de uil een nachtdier is. Voor ons hoeft die geen uitzondering te maken en uit te vliegen tijdens lange dagen. Dat het maar snel nacht wordt.
Cédric Raskin
Voor Cutting Edge