Zorg jij voor een rustiek balkon met eenzame straatverlichting. Teder maanlicht en een krijsende kat in de verte. Rode gordijnen die uit je slaapkamer wapperen. De verplichte roos en de dansende theelichtjes. De vochtige lichtjes in je ogen, de zoelte van de lucht. De glaasjes op de tafel, wat Italiaanse wind, een zucht.
Zorg jij voor de kleuren op de vensterbank, het bloempje in je haar. De tranen van ontroering, het vingerzacht gebaar. Geen wolken aan de hemel, een uil iets verderop. Een sprookjesecht kasteel maar dan een zonder slot…
(Tot plots. Baas roept. Theelicht sterft weg. Neons aan. Telefoon rinkelt. Gitaar niet hier. Fax ratelt. Collega zucht. Koffie koud. Deurwaarder binnen. Advokwaad caat. Mailbox zwelt. Opnieuw telefoon. Baas weer kwaad. Maan noch bloem. Weg kasteel, slot erop. Serenade zal voor een ander keertje zijn.)