Kluizenaars

De Franciscaanse kluizenaar van Besançon biedt voor een bescheiden donatie onderdak aan pelgrims. Je krijgt een volledig gebouw ter beschikking met twee ruime slaapkamers, een keuken en een badkamer met warme douche. Toch zijn er maar weinig pelgrims die er overnachten.

Misschien door de duizendkoppige kolonie mieren die de keuken heeft ingepalmd. Ze spelen verstoppertje in de kasten, pootjebaden in de waterkoker en houden plechtige communiefeesten in elke uithoek van het vertrek. 

Heilige Bloedprocessie

Of misschien vertellen de residenten het elkaar door, van het klamme bedovertrek vol opgedroogde menselijke sappen, van de lakens die de Heilige Bloedprocessie hebben meegemaakt. Van de lekkende koelkast waar vliegjes uit zoemen wanneer je die opent om de stinkende zure melk leeg te kieperen. Van de opgehangen ovenwant met een korst van tien jaar gastronomische archeologie. 

Nee, het is vooral omdat de omgebouwde schuur zich bevindt schuin tegenover de ermitage, en de ermitage bereik je pas nadat je vier enorm steile kilometers tegen de heuvel bent opgeklommen. Dat is een pak hoger dan de citadel die boven de stad uittorent. Als ik op voorhand een slaapplaats vastleg, check ik altijd hoe ver ik om moet. Voortaan kijk ik ook de hoogtemeters na.

Een ander type kluizenaar

Een dag stappen later overnacht ik bij een kluizenaar van een heel ander type. Laurent lijkt een beetje op Benoît Poelvoorde en hij verontschuldigt zich dat hij alleen maar Heineken heeft, we vinden elkaar onmiddellijk sympathiek. De lap grond die hij bewoont met zijn Zweedse vriendin doopte hij om tot een ruwe anarchistische oase. Ver weg van het wat te gladde pittoreske Ornans van op de postkaartjes. 

Centraal op de houten terrastafel staat een gigantische pot tabak. Die wordt nauwlettend in het oog gehouden door een opgehangen everzwijnenkop met stevige pijp in zijn snuit. De vrijplaats heet niet zomaar Au Sanglier Qui Fume.

Volledige onafhankelijkheid

Voor de tabak en de blaadjes is het koppel afhankelijk van de winkel. Voor de rest streven ze volledige onafhankelijkheid na. Daarvoor zorgen de zonnepanelen en de regentonnen. De buitendouche is op regenwater, na een toiletbeurt kap je er een grote schep zagemeel op. Er is geen elektriciteit in de chalet, je knipt het licht uit door de store voor het raampje neer te laten tegen het maanlicht.

Dit is het soort verrassingen op de Cammino waar je nooit op voorhand op mag hopen. Zodat je er eens zo dankbaar van kunt genieten.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven