De 10 beelden uitgelegd

VIA - 07.07 - 10.10.19

 

 

Op de Via worden natuur,
cultuur en religie één.


Krachtig, maar ook kwetsbaar. De natuur is geparasiteerd, tradities vervagen en het geloof is problematisch geworden. De fundamenten van de pelgrimstocht zijn bedreigd. Hoe kan je vandaag nog een duizend jaar oude traditie beleven?

Complementair aan de snapshots van 10u en 15u breng ik in een parallelle reeks mijn persoonlijke beleving in beeld, vanuit een fotografische blik. Tien beelden onthullen een heel andere kijk op de Via. 

1.

Alles begint met water.


Al het leven, de mensen, de cultuur. Ook de Via.

Een historische pelgrimsroute is een lang traject naar een verre plaats. Zij volgt de weg van de minste weerstand. Net daarom loopt de Via Francigena voor een groot deel langs verschillende waterwegen. Zonder water, geen Via.

Dit beeld verplicht je even stil te staan. Pas als je de tijd neemt om bewust te observeren, begin je de details te zien en ontdek je de schoonheid in het kleine. Dat is ook wat de pelgrim doet. Het is daarom de opener van de installatie: een uitnodiging om te zoeken naar het mooie in de snapshots, die net níet zijn ingegeven vanuit esthetiek.  

Het water zit vol leven. Allemaal insecten, vlinders, vliegjes en pluisjes. Mooi, maar ook tragisch. Want leven ze wel? Of zijn ze verdronken? Is dit een beeld uit de natuur? Of zegt het iets over onze cultuur, en het water van de dorpsfontein?

2.

Maria verschijnt in het bos.


Religieuze taferelen resoneren het sterkst in de ongerepte natuur. Het overweldigende decor versterkt de kracht die uitgaat van de Heilige Maagd.

Maar zo ongerept blijkt de setting ook weer niet. De uitsparing in de rots is er niet zomaar gekomen. Om het Mariabeeld te plaatsen, werd een holte uit de wand gehakt. Een stukje natuur werd opgeofferd voor het geloof.

De natuur blijkt nog verder gedomesticeerd. Op de voorgrond is een lieflijk voortuintje aangelegd. Christelijk geïnspireerd, ontworpen in functie van de kapel. Is de natuur hier een instrument voor religie? Of is de gebedsplaats net een eerbetoon aan de schepping, de kroon op het werk?

Het Mariabeeld is opgetrokken uit helder blauw, net als dat van het water uit het eerste beeld. Leven en dood zijn in religie nooit veraf.

3.

Geluk loert in kleine kantjes.


De gouden gloed tovert magische momentjes van lichte euforie. Bescheiden veldbloemen in de zon brengen blijdschap en vrijheid. 

Misschien wordt deze ervaring wel opgewekt door zoveel broosheid bij elkaar. Elke bloem draagt haar fragiele leven op een fijn dun steeltje, kwetsbaar en weerloos. Samen vormen de wilde planten een schitterend bloementapijt.

Kijk je naar dit beeld vanop een afstand, merk je donkere zones links en rechts. Pas dan valt het op: onder de nieuwe bloempjes ontwaar je oude sporen. Dit is geen open bloemenveld, dit is een wandelpad. Zelfs een stuk van het historische tracé.

Om vooruit te gaan op je weg word je verplicht om vele bloemetjes plat te trappen. En als pelgrim zelf een spoor achter te laten in de natuur.

4.

Hier heerst de stilte.


Diep in het woud dompelen oude bomen je onder in een bijzondere mystiek. Ze bezorgen een religieuze ervaring zonder dat er kerkelijke symbolen aan te pas komen. Is het de betovering van het maagdelijke bos? Of loert God hier om de hoek?

Dit is de sfeer van de Via. De magie van het pure, de roep van het oude, de klank van de stilte. Als kleine pelgrim kijk je verwonderd op naar zoveel grootsheid. Het is een dagelijks lesje in nederigheid.

Ver weg van de bewoonde wereld vind je de meeste energie. Niet de cultuur van vooruitgang blijkt de grootste bron van levenskracht. De stekker van de mens aardt misschien nog het best in de zwijgende wijsheid van de onbewerkte natuur. Net daar waar je van de mensheid de minste sporen vindt.  

5.

Wij houden van bomen.


Daarom hakken we ze om. Om huizen te bouwen, onze living te verwarmen en onze economie draaiende te houden. Honderdjarige bomen eindigen op enkele uren tijd in een wintervoorraad houtblokken.

Heel Zwitserland is opgetrokken uit hout. We gebruiken de natuur om onze cultuur vorm te geven. Hout sprokkelen is van alle tijden, rijkdom wordt graag geëtaleerd. De opgestapelde houtblokken rechts zijn al veel ouder dan de blokken links. Alsof het een traditie is die we elkaar doorgeven van generatie op generatie. Tot alle hout op is.

De houtkant vormt een scheiding tussen twee parallelle werelden. De realiteit achter het hout is die van slapende dorpjes met bekende gewoonten. In de ruimte ervoor stapt de wakkere pelgrim naar een nieuwe bestemming. 

6.

Dit is het hoogtepunt van de Via.


Of beter: het hoogste punt van de Via Francigena. Het ligt aan het hospice Grand St-Bernard, 2.469 meter hoog. Het gastvrije klooster is opgericht om pelgrims te helpen de onvoorspelbare Alpen veilig over te steken.

Om er te geraken, klim je een hele dag langs smalle bergpaadjes, de prachtige mythische passage door. Langzaam klauter je je een stevige weg naar boven. Gele pijltje op de rotsen wijzen je de route aan.

Maar misschien wordt het de rugzaktoerist wel té makkelijk gemaakt. De top van de berg blijkt aangepast aan de vele wandelaars die de populaire oversteek maken. Allen gaan ze op zoek naar de pure authenticiteit van de ruwe bergen, het wilde avontuur van de ongerepte natuur.

En krijgen op de spits een stuk afgevlakt pad met een in rots uitgehakte bank om te verpozen.

7.

Kerken kleuren Italië rijk.


Elke dag passeer je mooie, vol liefde gebouwde kerkjes. Achter de zware deur maak je contact met het heilige verleden. Kerken, kapelletjes en basilieken zijn stille monumentale sporen van lang vervlogen tijden.

Ze getuigen van de christelijke ijver die de westerse maatschappij doorheen de eeuwen zin gaf.  Het is bijna een wonder hoe zelfs de kleinste dorpjes en gehuchten hun eigen plaatselijke kerk hebben gebouwd. Het hoogtepunt van hun lokale cultuur. 

Dan is het vandaag wel anders. De kerken van vroeger staan nog altijd overeind, maar vertonen tranen van ouderdom en achteloosheid. Op de muren tekenen zich sporen af van langzaam verval. De kleuren vervagen, ornamenten werden lang geleden van de haak gehaald.

De wanden tonen barsten, opgevulde voegen onthullen nauwelijks herstelde wonden. Misschien is dit wel tekenend voor het tanende geloof?

8.

Soms passeert de Via een stad.


Siena is, na Rome en Lucca, de derde grootste Italiaanse stad op de pelgrimsroute. Haar imposante kathedraal trekt elke dag massa’s toeristen. Die betalen veel geld om het religieuze museumcomplex te bezoeken.

Zelfs in de stad vindt de pelgrim rust, op een veilige afstand van het drukke stadsgedruis. Je geniet van de stilte achter een oude stenen muur. Ook al bevindt het daartoe aangelegde park zich aan de andere kant.

Het bankje nodigt uit om de beschaving achter je te laten. De stadsmuur vormt de grens tussen twee verschillende werelden: de ene spot staat op de stad gericht, de andere belicht de lege stilte.

9.

Is het een zijweg of een hoofdweg?


De Via is een bewuste stap opzij. Een onbekende zijweg op de snelweg van het leven.

Breng je een zijweg in beeld, doe je dat altijd vanuit het perspectief van de hoofdweg, waar links of rechts een pad uit ontspringt. Hier keer ik het perspectief om. Je stapt van de zijweg de oude hoofdweg over, een nieuw pad in. En laat net de makkelijke, snelle straat links liggen. 

De zijweg is bescheiden. Amper een dunne strook leidt je het asfalt over. Een straat waar je volgens de pijltjes voorrang aan moet verlenen, ook al knabbelt de onderlaag van het pad de puntjes van de voorrangsregels al af.

Deze metafoor is het hoofdbeeld van de installatie. De zijweg die de nieuwe hoofdweg is. De trage weg komt in plaats van de snelle. Je steekt het bekende over en neemt daarna de bocht, het onbekende tegemoet.

10.

Dit voelt als aankomen.


Heel wat etappes leiden je naar de heuveltop, de aankomst ligt in grote delen van Noord-Italië vaak bergop. De dorpjes krijgen dankzij de natuur een extra verdedigingslinie.

Net daardoor hield ook deze oude burcht eeuwenlang stand. De gebouwen zijn goed bewaard. Zo goed zelfs dat ze een toeristische trekpleister zijn geworden. De kabelbaan met het rode bakje tegen de wand verraadt de nieuwe invulling van het fort. Waarom nog moeite doen om omhoog te stappen als het ook snel via een kabellift kan?

Toerisme neemt het over. Dat zie je ook aan het gebouw aan de voet van de berg. Het reisbureau Vita Tours stuurt mensen de natuur in en verdient er geld aan. De Via Francigena heeft ook een commercieel kantje.

Dit eindbeeld nodigt vooral uit om zelf op reis te trekken en de Via te stappen. Dat hoeft niet eens via het reisbureau, dat immers gesloten blijkt. Je kan je tocht ook doen op jezelf. En zelfs vertrekken vanuit je eigen huis.

Scroll naar boven