Boeken van mijn leven #8: J. Nys – ‘De grote knoeiboel’

Ik had ook kunnen kiezen voor ‘De stad der blinden’ van José Saramago. Bewoners van een stad worden één na één blind, aangestoken door een vreemd virus. De gevolgen zijn verschrikkelijk: de mens toont zich daarin niet op zijn mooist.

Maar nee, ik koos voor Jommeke. Wat minder apocalyptisch, ook al zien de mensen er niet per sé beter uit. Rode ballonnen, purperen pluisballen, blauw accordeonpapier. Met daarop twee ogen, een mond en vier uitsteeksels die lijken op armen en benen. Tot zover hun menselijkheid.

.

Het verhaal doet er niet eens toe

Professor Bobelijn, ik bedoel Gobelijn, heeft een wondermiddel bedacht om van mensen superwezens te maken. Dat blijkt niet helemaal gelukt. In plaats van superwezen is hij veranderd in een vreemde pratende pompon. Weg dus met die gevaarlijke toverdrank! Maar ach, in plaats van die door te sluizen naar de riool, sluit hij toch wel aan op het drinkwater zeker? Heel Zonnedorp gemuteerd.

Spoiler alert: anders dan bij Saramago loopt het hier wél goed af. Want Jommeke vindt een remedie. En die blijkt: ajuin. Dus zie je op het einde van de strip iedereen ajuin planten. In alle tuinen en velden en parken: overal groeien groene stengels ajuin. Die eten ze iets later op zodat de grote knoeiboel weer verandert in mensen. Stripfiguren hebben nooit een slechte adem en stinken niet naar scheten.

.

Payback time

Als je het coronavirus bekijkt als strijd van de natuur tegen de cultuur, payback time, misschien is dit dan wel het moment om ook overal ajuinen te planten. In de vorm van bomen. Veel bomen. Je weet wel, die dingen die we afgelopen eeuwen alleen maar hebben afgezaagd, verwoest en tot geld hebben verbrand.

Misschien zorgt dit ook nu wel voor een happy end.

.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven