In Langogne wandel je de Gévaudan binnen. Hier maakt de vulkanische bodem plaats voor vruchtbaarder grond. Dus steken heel andere plantjes hun kopje op. In de valleien groeien tussen de heuvels verborgen gehuchtjes. In het bos stuit je op het dak van een peperkoeken huisje. Er zou hier ook een monster rondwaren, maar we hebben elkaar gemist.
Het Beest van Gévaudan
Ze waren er doodsbang van in de achttiende eeuw. Want het Beest van Gévaudan was een echte verschrikking. Slechts een honderdtal locals had het monster ooit gespot, geen van hen kon het navertellen. De wolf, of misschien wel een roedel wolven, had voortdurend honger. De lokale bevolking bleek voor het Beest een voortreffelijke lokale specialiteit.
La Bête du Gévaudan was zo verstandig zich te vestigen in een landschap waar hij gulzig kon toeslaan. Genoeg wilde bosjes om in te schuilen. Veel flinke hellingen om een lekker malse markies in een voorbij rammelende huifkar te verrassen. En voldoende riviertjes om er een frisse slok water bij te drinken.
Wandelen op de GR70
De Gévaudan is een wandelparadijs. De kronkelpaadjes lopen over gravel, bosgrond, aangestampte aarde en een beetje asfalt. De rood-witte streepjes van de GR70 zijn perfect aangeduid, ik zat maar één keer fout. Tip: volg de juiste streepjes, vooral na een kruising van GR-paden. Wordt het paadje plots heel smal en raakt het overwoekerd door onkruid, zit je wellicht fout. Ik testte het speciaal voor je uit.




















