Hellboy en Krank Sinatra

Vijf dagen leidt mijn uitgestippelde route me langs de oevers van de Maas. Van Namen tot Charleville-Mézières volg ik zo’n 150 kilometer het trage ritme van de rivier dat zich behendig door de rotsen slingert. Van kronkel tot kronkel, gehucht tot gehucht, van sluis tot sluis en kasteel tot kasteel.

In elke bocht wachten de Canadese ganzen je op om de rugzaktoerist duidelijk te maken aan wie de grond echt toebehoort. Een enkeling sist dreigend wanneer ik te dichtbij kom en steekt dan lelijk zijn lillend tongetje uit. Maar de meeste doen of ik niet besta en springen onverschillig het water in, om hun spelletje in de volgende bocht te herhalen.

Kom je sporadisch een andere rugzak tegen, is die vakkundig op een fietskarretje gesjord of in een grote onhandige fietstas gepropt. Want fietsen doen ze wel langs de Maas, veel meer dan stappen. Iedereen zegt mij beleefd een vriendelijke bonjour terug, alleen doet niemand dat met een Frans accent. Je hoeft in de Ardennen geen Rabobank-truitje aan, geen oranje wimpel achterop de fiets en niet eens even je tandvlees te tonen om je Nederlandse roots te laten blijken. 

Hellboy, Sharprazor en Firethrower

Er zijn ook veel boten natuurlijk. Je hebt de stoere grote binnenvaartschepen. Die dragen ronkende namen als Hellboy, Sharprazor en Firethrower. Met op het dek vriendelijk zwaaiende kapiteins, vaak kleine potige oudjes met ronde bril, verwaaid hemd en stoffige scheepspet. Op hun armen vermoed ik verbleekte tattoos, die elk jaar net als hun herinneringen altijd wat valer worden.

In de kleine gehuchten liggen de plezierboten voor anker. Met namen waar ik spannende, dramatische of tenminste amoureuze verhalen achter vermoed. Het Snikje heeft een dikke vrouwelijke kapitein die haar zware borsten laat rusten op het roer terwijl ze de ochtendkrant leest en in haar kopje koffie roert.

Kir Royal en Kater Pilaar

Andere boten lijken verlaten of de kapitein slaapt zijn roes nog uit. Kir Royal, Verdrongen Drongen, Kater Pilaar. Ik spot ook Ali Bubba, Krank Sinatra, Dalidah en Traida. Uit Zweden komt Anna The Brave, uit Ierland Peach the Molly, je ziet een Spaanse vlag op La Brisa en de Kleine Schelm komt uiteraard uit België. Canobis en Marie Wanna hijsen naast hun nationale kleuren ook een piratenvlag. 

Er is zoveel te beleven, zoveel te vertellen. Maar het café waar ik nu zit houdt het voor bekeken, de garçon klapt veelzeggend een houten stoeltje op de tafel naast die van mij. Ik denk dat het tijd is om af te rekenen.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven