Kinderspel #6 – Vlaams Parlement

Ik werd uitgenodigd aan tafel bij een bevriend koppel. Het gegratineerde kabeljauwhaasje met geroosterde kerstomaten en schijfjes citroen was echt voortreffelijk. Mijn oprechte complimenten aan de chef, sprak ik de gastvrouw toe.

Sorry hoor, onderbrak ze mijn goedbedoelde honneurs, maar het is hier de regel dat we elkaar geen complimenten geven. We willen niemand naar voor schuiven. Dat zou wel eens kwetsend kunnen zijn voor anderen, dat willen we vermijden.

Vrouw! Wees haar echtgenoot haar terecht. Je weet dat ik niet graag het woord ‘sorry’ hoor. In mijn huis verontschuldigen we ons niet. Geen misplaatste nederigheid, geen morele hiërarchie, iedereen gelijk.

Wel verdomme! Riep de 14-jarige zoon verontwaardigd, en hij smeet zijn zilveren vork neer op tafel. Zitten jullie hier zomaar te praten! Het was toch de regel dat ze in stilte aten? De jongen stond op, keek zijn ouders teleurgesteld aan en stapte met grote passen naar zijn kamer.

Hier wordt niet gevloekt! Brulde de vader nog tegen de dichtslaande deur. Hoe vaak moet ik deze simpele regel nog herhalen? Kwaad depte hij met zijn stijve servet het restje saliesaus uit zijn snor, kwakte het vod ongeplooid naast zijn bord en beende zonder omkijken weg.

O sorry, fluisterde de gastvrouw mij opnieuw toe, beschaamd. En sorry dat ik mij daarvoor excuseer, maak ik dezelfde fout opnieuw. Ze knikte onhandig en bedroefd, nam haar bord met beide handen op, ging ermee naar de keuken en sloot voorzichtig de deur achter zich.

Ik keek rond. Eerst naar de dampende ovenschotel op tafel met daarin nog twee grote stukken kabeljauw. Daarna naar de drie lege stoelen. Ik prikte met mijn vork in een sappig mootje vis op mijn bord, genoot opnieuw van de succulente bereiding en dacht: vreemd toch dat slimme mensen zo’n domme regels opstellen.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven