Mensen zijn geen engelen

De mooiste passages uit de boeken die ik lees, schrijf ik over in mijn Moleskine. Zet je die onder elkaar, lees je er zelfs een gloednieuw verhaal in.

.

Jaren eerder had hij ongedeerd een vreselijk treinongeluk overleefd. Sindsdien was hij gestopt met wit vlees eten en met schaken, maar zonder een verklaring te geven.

– Alessandro Baricco, ‘De jonge bruid’

… en David nam de hoorn van de haak en belde de tijdmelding. Als je geen rust hebt, misschien in je eentje bent, misschien bang voor het donker, is het een uitstekend idee de tijdmelding te bellen, dan hoor je een stem die je er bovendien van overtuigt dat ondanks alles de tijd nog bestaat, dat die zich niet van haar à propos laat brengen en er dus geen reden tot wanhoop is.

– JK Stefánsson, ‘Zomerlicht, en dan komt de nacht’

Ze was vierenzeventig jaar oud, maar ‘zag er’ – naar Nye’s oordeel – ‘jonger uit – misschien tien minuten jonger’.

– T. Capote, ‘In koelen bloede’

De eerlijkheid gebiedt mij toe te geven dat de gedachte om haar te zoenen mij niet onwelkom voorkwam. Da mi basia mille. En daarna nog eens honderd. Dan duizend, honderd, duizend, honderd, dan zoveel duizend dat iedereen in de war raakt hoeveel duizend het er zijn en niemand jaloers op ons kan worden uit onwetendheid over het precieze aantal.

– I.L. Pfeijffer, ‘Peachez’

Een droom die is uitgekomen is een droom die je verloren bent.

– S. Van Brabandt, in ‘Touché’, 29.11.20

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven